Blog: Boedapest, een week om over naar huis te schrijven

 

Over een week start de 27e conferentie van MEP Gelderland. Wellicht ben je jezelf nu aan het voorbereiden op die conferentie en zoek je nog naar dat beetje extra motivatie om je door de laatste stukken heen te werken. Cato Koomen helpt je daar graag bij, door haar ervaringen tijdens de internationale MEP-conferentie in Boedapest met je te delen. Zij beschrijft, waarom zij de internationale ervaring nooit had willen missen!

‘Misschien nog plek voor MEP Boedapest…’, luidde de onderwerpsregel van het mailtje dat het begin betekende van een geweldig avontuur. Ik weet nog dat ik het las en dacht

‘het zal toch niet waar zijn..’.

Maar het was zeer zeker waar: twee dagen later volgde er nog een mailtje. ‘HOERA!!! Tweede delegatie naar MEP Boedapest’. En ik mocht mee; samen met negen andere delegatieleden en een voorzitter zou ik de reis naar Boedapest gaan maken om daar Nederland en Malta te vertegenwoordigen op de 44ste internationale conferentie.

Na een korte vlucht op zaterdag werden we ontvangen op een oud gymnasium waar we werden opgehaald door onze gastgezinnen. Mijn gastgezin woonde in een appartementencomplex in Pest en vanuit mijn raam had ik uitzicht over een prachtige rozentuin. Ze waren ontzettend vriendelijk en ik kreeg elke ochtend wafels mee voor in de metro.

De volgende ochtend was de aftrap, bestaande uit een teambuilding. Mijn Development-committee bestond onder andere uit een grote norse Bulgaar, een wonderschone Albaanse, een charismatische Italiaan, een olijke blonde Deen, een huppelende Française en een Oostenrijks paardenmeisje. Wandelend door de imposante Burchtwijk leerden we elkaar en Boedapest beter kennen. Meteen daarop volgde de commissievergaderingen, welke samen te vatten zijn in het woord ‘kaasbroodjes’. Overal waar je keek, lagen kaasbroodjes. Ik kon geen kaasbroodje meer zien na die week. ‘Hoe maken we de ontwikkelingshulp efficiënter’ was de kern van mijn vraagstuk en de meningen van de verschillende commissieleden liepen ver uiteen. Wat mij meteen opviel en wat voor mij de week ook extra interessant maakte, was dat je goed merkte dat iedereen echt zijn eigen land aan het vertegenwoordigen was.

Dit was ook duidelijk voelbaar tijdens de openingsceremonie, waar er maar liefst 32 landenspeeches werden geleverd. Als delegatieleider van Nederland mocht ik ons kleine landje ook even op de kaart zetten: ‘It’s fair to say that we, the Dutch, are a bit … crazy.’ Om daarna vol overtuiging te vertellen over onze kusten onder zeeniveau, onze coffeeshops zonder koffie en onze oranje gezichten op Koningsdag.

En terwijl ik daar aan het spreken was, tegenover al die jongeren met verschillende achtergronden, werd ik stiekem een beetje trots. Trots op Nederland. Trots ook op onze ambassadeur in Boedapest, zijne excellentie Gajus Scheltema, die zijn speech tijdens de openingsceremonie wijdde aan de eenheid in de EU die we niet uit het zicht mogen verliezen.

Één van de mooiste momenten van de week was dan ook ons bezoek aan de ambassadeur in zijn residentie. Nieuwsgierig liepen we door de ambassadeurswijk, benieuwd hoe de woning er uit zou zien. We werden niet teleurgesteld! Bijna helemaal boven op de berg rees een gigantische witte villa op, met een tuin vol oranje tulpen. Het werd een avond om nooit te vergeten, want we hebben ruim twee uur met hem gepraat, gegeten en gelachen. Zijne excellentie vertelde onder andere over de landen waar hij ambassadeur is geweest en over de relatie met premier Orbán.

Na het afronden van de commissievergaderingen was het tijd voor de lobby, welke plaatsvond op een boot die over de Donau voer. Waar sommige delegatieleden deze tijd nuttig gebruikten om even van het stralende zonnetje te genieten, waren er ook tientallen die al even nuttig verhit over het dek stampten om bij elkaar handtekeningen voor hun amendementen te ontfutselen. En waar de gemoederen nog hoog opliepen tijdens deze lobby, leek iedereen beste vrienden tijdens de Cultural Night. Het was heerlijk om te zien hoe de lidstaten van de EU elkaar eens stevig beet pakten om in kringen een Hongaarse dans uit te voeren.

Maar donderdag en vrijdag begon het serieuze werk: the General Assembly. Deze vond plaats in de adembenemende raadszaal van het Hongaars Parlement, met een hoog gewelfd plafond en bladgoud overal waar je keek. Wat voelden we ons even belangrijk toen we de grote rode hoofdtrap bestegen. Omdat ik de amendementspeech moest verzorgen, luisterde ik scherp naar de dingen die gezegd werden tijdens het behandelen van mijn resolutie. Een schreeuwerige Italiaan diende een amendement in, maar na het geven van de tegen-amendementspeech stond de General Assembly gelukkig aan de kant van de commissie en het amendement werd afgewezen! Desalniettemin werd mijn resolutie verworpen, maar ik ben nog steeds trots op mijn commissie.

Vrijdagavond trokken we voor het laatst met zijn allen de feestbuurt van Boedapest in, om te kletsen, te dansen en helaas ook om afscheid te nemen. Ik heb ontzettend leuke mensen ontmoet, Belgen, Britten en Bulgaren. Maar vooral mijn eigen delegatie was geweldig. Het verschil tussen hoe de groep bij de heenreis een beetje ongemakkelijk met te grote koffers bij elkaar stond en hoe we bij de terugreis elkaar niet los wilden laten – er vielen zelfs een paar tranen – is groot. Het toont hoe intensief, maar vooral hoe gezellig de MEP weken zijn. Met kleine grapjes als ‘The Dutch delegation is entering the Parliament’ vestigden we onszelf als de feestdelegatie. Maar ook waren we duidelijk aanwezig in elke brainstorm en in elk debat.

Deze internationale Conferentie was voor mij een week vol van resoluties, vergaderingen, goulashsoep, vriendelijke Hongaren, lachen, debatteren, knappe Denen, amendementen, speeches, ambassadeursverhalen, karaokebarren en kaasbroodjes. Ik had het voor geen goud willen missen.